Ik durf het bijna niet te zeggen. Hoeveel boeken ik heb gelezen. Mensen kijken me vaak met open mond aan en eerlijk gezegd zou ik dat zelf ook hebben gedaan als dat had gekund. Een paar jaar geleden haalde ik met moeite de 50, maar de teller staat nu op 86 en ik verwacht er nog 87 van te maken voor de jaarwisseling. Nee, ik weet ook niet zo goed hoe ik dat doe. Behalve dat ik er gewoon zo van geniet en dat ik bij Netflix vaak halverwege aflevering 1 al afgehaakt ben en er daarom maar niet meer aan begin.
Maar andersom snap ik het ook niet. Dat mensen niet lezen. Lezen is reizen. Tijdreizen, cultuurreizen, naar de andere kant van de wereld reizen. Je mee laten nemen door iemand, je toegang verschaffen tot iemands gedachten en observaties. Ik ben in dit coronajaar zonder QR-code in Japan geweest, in Noorwegen, in Oekraïne, in Ierland, in Amerika en in Almere. In de prehistorie, de 10e eeuw, de 17e eeuw, in 1984. Op zee, in de gevangenis, in een psychiatrisch ziekenhuis, in de achtbaan en op het voetbalveld. Dus ik begrijp het nooit zo goed dat er mensen zijn die lezen niet leuk vinden en blijf maar denken dat ze gewoon de juiste boeken nog niet hebben gevonden.
Vorig jaar schreef ik over de challenge die ik mezelf zou geven. Dat was me het jaar daarvoor ook goed bevallen. De challenge van dit jaar heb ik op alle mogelijke manieren gehaald. Maar ik ga jullie daar niet mee lastig vallen. Veel leuker is natuurlijk de opbrengst. Wat waren de boeken die mij raakten en bijbleven?
Voordat de koffie koud wordt – Toshikazu Kawaguchi
Ergens aan het begin van het jaar las ik het boekje ‘Voordat de koffie koud wordt’, omdat de titel en de omslag mijn aandacht trokken. Het boek speelt zich volledig af binnen één cafeetje. Een bijzonder cafeetje, waar een geest de hele dag op een stoel zit om koffie te drinken en een keer per dag naar het toilet gaat. Op dat moment kun je op haar stoel gaan zitten, krijg je koffie ingeschonken en kun je in de tijd reizen. Er zijn een paar voorwaarden. Je kunt alleen terug naar een moment dat je zelf in het café was, want je mag niet van de stoel afkomen. Je kunt de loop van de geschiedenis niet veranderen, alleen het moment zelf kun je overdoen, en je moet terug zijn in de huidige tijd voordat de koffie koud wordt. Anders wordt je die geest die de hele dag op de stoel zit. In het boek gaan vier mensen dit aan, allemaal om hun eigen reden. Uiteindelijk draait het hele verhaal om de vraag wat je anders zou doen als je een herkansing kreeg.
Mijn broer heet Jessica – John Boyne
Toen ik de titel net opschreef, had ik er per ongeluk ‘zus’ van gemaakt. En dat is natuurlijk precies waar dit boek over gaat. Het is geschreven vanuit een jongen van 13 jaar, van wie de broer zich meer meisje voelt dan jongen. In alles kijkt de hoofdpersoon op tegen zijn grote broer en die wil hij niet kwijt. Hij wil niet dat zijn broer een zus wordt. John Boyne weet dit conflict goed te beschrijven. Het is eigenlijk een kinderboek, maar ook voor volwassenen een absolute aanrader.
De voorlezer – Bernhard Schlink
‘De voorlezer’ kwam ik tegen in het boek Papyrus van Irene Vallejo. Het trok mijn aandacht en stond in de bibliotheek. Het boekje start met een geheime verhouding tussen een jongen van 15 en een vrouw van 35. Voorlezen is een belangrijk onderdeel van hun ontmoetingen. Heel plotseling verdwijnt de vrouw uit beeld en de jongen ziet haar pas weer terug als hij voor zijn studie aanwezig is bij een proces van kampbewaaksters uit de Tweede Wereldoorlog. Zij bleek al die tijd een groot geheim te hebben, maar de jongen, inmiddels man, ontdekt dat ze eigenlijk een nog groter geheim heeft. Een geheim dat haar tot bepaalde keuzes heeft gebracht. Schuld en verantwoordelijkheid zijn twee belangrijke thema’s.
De hemelproef – Olli Jalonen
Aan het einde van het leesjaar kwam deze parel nog voorbij. Ik had hem al een tijdje in de kast staan, gekocht van mijn kerstpakket (boekenbon) van vorig jaar. Naar mijn idee is dit boek veel te weinig opgepikt. Het gaat over de achtjarige Angus, die op St. Helena woont, ergens in de 17e eeuw. Er is een wetenschapper op het eiland geweest, die heeft hem leren rekenen en voor hem klimt Angus elke avond in de slangenden om de hemel te bestuderen en telt hij overdag de vogels per soort. Angus is een slimme, nieuwsgierige jongen, maar er zijn vrijwel geen onderwijsvoorzieningen op het eiland. Het leven op het eiland wordt steeds gevaarlijker, er zijn steeds rellen en het geweld gaat ook het huis van Angus niet voorbij. Angus wordt als verstekeling op een schip naar Londen gezet om de wetenschapper, meneer Halley, een boodschap over te brengen. Dit boek is vooral zo mooi, omdat het zo ontzettend prachtig is geschreven. Je sluit Angus direct in je hart en die laat je niet zomaar meer gaan. Gelukkig heeft dit boek een deel 2 en ik hoop dat deze ook vertaald wordt in het Nederlands!
En verder?
Als de schrijver van Niets ontgaat ons niet mijn zus was geweest, had ik dat boek waarschijnlijk ook in bovenstaande rijtje opgenomen, want ook dat vond ik een prachtig boek. Maar het is wat moeilijk volledig objectief te blijven, dus heb ik er nu voor gekozen deze buiten beschouwing te laten.
Voor 2022 heb ik me laten verleiden de challenge op 85 boeken te zetten. Ik wilde het eerst op 75 houden, omdat 85 wel heel erg veel is. Maar goed, het is me al 2 jaar gelukt, dus we gaan er gewoon voor! Qua invulling beperk ik me tot minimaal 10 boeken uit eigen kast en de 10 boeken die al het langst op mijn ‘wil ik lezen’ lijst staan. Verder wil ik het fantasy genre gaan ontdekken, zodat er misschien nog wel meer werelden voor mij opengaan.